dinsdag 14 december 2010

ICT inzetten bij lezen en taal in groep 3

Hoe zet je ICT als hulpmiddel gericht in bij het leesonderwijs in groep 3?
Dat is een vraag die veel leerkrachten zich stellen. Natuurlijk is er de educatieve software die je daarvoor kunt gebruiken. Toch is dit niet altijd precies datgene waarnaar je op zoek bent. Het heeft soms net niet de aansluiting bij het leesonderwijs.

Een leerkracht van CBS De Regenboog in Tolbert is op zoek gegaan naar werkvormen waarbij vooral de kinderen een actieve bijdrage leveren aan hun eigen leerproces. Zij kiest daarbij niet in de eerste plaats voor bestaande educatieve software, maar tracht standaardprogramma’s als Word, PowerPoint en Paint doelgericht in te zetten bij het lees- en schrijfonderwijs. Ons werd een kijkje in de keuken gegund. En waarlijk: in deze keuken is sprake van haute cuisine!

Het eerste inkijkje betreft een oefening in begrijpend lezen. Doelen zijn o.a. het lezen en in de juiste volgorde plaatsen van zinnen. Als verwerking maken de kinderen een tekening die hoort bij de tekst.
De juf heeft ter voorbereiding in PowerPoint een aantal bij elkaar horende zinnen getypt in willekeurige volgorde. Daarbij heeft ze een afbeelding geplaatst, die deel uitmaakt van het verhaaltje. Deze opdracht laat ze uitvoeren in groepjes van twee kinderen. Ze heeft het programma Paint geopend en ook PowerPoint met daarin de oefening die zij voorbereid heeft. Kinderen slepen de zinnen van het verhaal in de goede volgorde. Daarbij is het uiteraard nodig dat ze de zinnen lezen en begrijpen en dat ze door samenwerken tot het goede resultaat komen.
De tekening (die de juf dus al in de PowerPoint heeft geplaatst) wordt door de leerlingen gekopieerd en geplakt in Paint. Paint staat al geopend in de taakbalk (voorbereid door de leerkracht).
In Paint tekenen leerlingen de inhoud van het verhaal bij de tekening die ze al uit de PowerPoint hebben gekopieerd en geplakt.

Tekenen in Paint op een computer vereist nogal wat van de fijne motoriek van deze jonge kinderen. Dat is de reden dat de juf dit op het digitale schoolbord laat uitvoeren: het is daar allemaal wat groter en kinderen kunnen met de digitale pen werken.

Aan de hand van wat ze tekenen kan de leerkracht nagaan of de tekst begrepen is.
Vervolgens wordt de hele tekening geselecteerd, gekopieerd en teruggeplakt in PowerPoint.

Opmerking: het moge duidelijk zijn dat leerlingen van groep 3 dit niet zomaar kunnen. De leerkracht heeft dit uitvoerig met de kinderen geoefend en laat deze vaardigheden regelmatig weer even voorbij komen. Ook maakt ze gebruik van leerlingen die hierin al best heel vaardig zijn: deze mogen de anderen helpen als ze er even niet meer uitkomen.

Van het geheel maakt de leerkracht een afbeelding en plaatst deze op een weblog die speciaal voor deze groep is gemaakt.(Kijk voor dit voorbeeld bij vrijdag 10 december)
Ouders en andere belangstellenden kunnen hier zien wat er in de klas gebeurt en reageren erop. Trouwens, soms komt het voor dat ook leerlingen zelf erop reageren. De leerkracht heeft er bewust voor gekozen om geen lange lappen tekst te plaatsen op de weblog. Het moet zoveel mogelijk de weblog van de leerlingen zelf zijn.

Een tweede voorbeeld.
In het kader van het aanleren van klanken, zet de leerkracht Word in.
Aan de beurt was de klank ‘oe’. De leerkracht opent Word. Ze kiest hier ‘Invoegen – Illustraties’
Leerlingen bedenken woorden met de klank ‘oe’ en typen deze in het zoekvenster. Leerlingen klikken op een illustratie waarna deze in Word verschijnt. Bij de afbeelding typen de leerlingen het woord over (ze hebben geleerd dat je dat met een tekstvak kunt doen). Zo verschijnt er een hoeveelheid woorden met de klank ‘oe’. Leerlingen moeten dus woorden met deze klank intypen, lezen en natypen.



De resultaten worden weer op de weblog geplaatst. (kijk nu bij maandag 18 oktober en dinsdag 12 oktober). Opmerking: onderaan elke pagina in de weblog staat en waarmee u de andere pagina’s van de weblog kunt bekijken.

Deze werkvorm kan natuurlijk ook bij andere klanken worden toegepast, zelfs bij ‘e’ klanken (als in bek) en ‘ee’ (als in keel).


Een derde voorbeeld betreft een oefening met de woorden ‘de’ en ‘een’. Ook hier is weer Word gebruikt. (Kijk in de weblog bij 15 november).De leerkracht heeft een aantal plaatjes naast elkaar gezet met woorden die op dat moment spelen in de klas. Onder deze plaatjes staat een streep. Leerlingen mogen om beurten twee plaatjes kiezen, deze kopiëren en onder de streep plakken. Daarna maken ze eenvoudige zinnen met ‘de’ en ‘een’. De leerkracht heeft er vervolgens met Calameo een digitaal boekje van gemaakt ) en deze weer gepubliceerd op de weblog. Deze werkvorm is overigens ook mogelijk met PowerPoint.

Het mooie van deze weblog is dat er een historisch overzicht ontstaat van wat er in de klas gebeurt, niet alleen wat betreft lezen en taal, maar ook de opbouw in ICT vaardigheden is goed af te lezen.

Grote vraag is natuurlijk: hoe organiseer ik dit allemaal, wat moet ik als leerkracht kennen en kunnen en wat moeten mijn kinderen kunnen. Natuurlijk zijn dit belangrijke vragen. Deze leerkracht heeft dit ook niet allemaal in één keer kunnen realiseren. Het is dan ook een kwestie van langzaam opbouwen: eerst maar eens iets gemakkelijks kiezen en net zo lang proberen tot het een werkzaam iets is geworden. Als je leuke reacties van gemotiveerde leerlingen krijgt en van meelevende ouders, dan ga je je als vanzelf richten op andere mogelijkheden. In ieder geval is het van belang dat ICT ook hier geen doel is, maar een middel. De onderwijsdoelen staat centraal. Deze leerkracht is daar in ieder geval in geslaagd.
Met dank aan deze collega die ons een kijkje in haar keuken gunde!

1 opmerking:

  1. Tip: het is handig om met de klankiedriver te werken en met een klankie toetsenbord. Op die manier kun je in Word (of ieder ander programma) direct alle nederlandse klanken verklanken. Zo klopt ook didactisch wat kinderen intypen in Word (anders zitten de kinderen met een verkeerd toetsenbord te werken in Word)
    www.klankie.nl
    www.klankiedriver.nl

    BeantwoordenVerwijderen