dinsdag 29 maart 2011

ICT-vaardigheidsniveau van leerlingen, die de basisschool verlaten is belabberd!

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Het ict-vaardigheidsniveau van leerlingen die de basisschool verlaten is belabberd!” In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Enige weken geleden hadden we een discussie met als onderwerp “Een Leerlijn ICT is volkomen achterhaald!”. Daarin kwam al naar voren, dat ICT zo geïntegreerd is in ons dagelijks leven, dat het vreemd is om dat niet te doen in ons onderwijs. Er zijn tal van mogelijkheden om ICT als middel in te zetten binnen de reguliere lessen. Stel je daarbij als leerkracht of docent eerst de vraag wat je onderwijsdoel is en bekijk dan hoe ICT een middel kan zijn om dat doel te bereiken en in welke vorm.
Ook de vaardigheden, die dat vervolgens van de leerlingen vraagt kwam aan bod. Eén van de conclusies was, dat een basisleerlijn ICT-vaardigheden zowel voor de leerkracht als de leerling een belangrijke leidraad vormt om de kwaliteit te bewaken.

De stelling van vandaag was een verzuchting van een VO-docent. Leerlingen kunnen vanalles met hyves, msn en YouTube. Maar als ze informatie op moeten zoeken en verwerken, dan wordt het zweten. Daarvoor ontbreken de vaardigheden.
Nu zullen er in de praktijk grote verschillen zijn. Veel basisscholen hebben een leerlijn ICT-vaardigheden en laten leerlingen gericht oefenen om zich deze vaardigheden eigen te maken; al dan niet geïntegreerd in andere vakken. Veel scholen echter hebben deze leerlijn niet of hebben hem alleen maar op papier staan. En op veel scholen is de uitvoering afhankelijk van de vaardigheden van de leerkracht, die daar vaak ook niet op wordt aangesproken.
De vraag naar de oorzaak van een dergelijke verzuchting van VO-docent laat zich dus op meerdere manieren beantwoorden als we kijken naar het PO. Maar we moeten ook kijken naar het VO. Is voldoende duidelijk wat leerlingen moeten beheersen binnen het VO als het gaat om ICT-vaardigheden? Ook dat zal per school verschillen. Wanneer het VO een duidelijk competentieprofiel zou opstellen met een duidelijk omschreven startniveau, dan zou dit het PO in staat stellen om daar met hun leerlijn op aan te sluiten. Deze lijn kan overigens ook weer worden doorgetrokken richting MBO en HBO.

Ook hierbij ontstond weer een discussie over de vaardigheden van de leerkrachten en docenten zelf. Allereerst geldt, dat zij kennis moeten hebben van de middelen en mogelijkheden. Zonder dat zullen ze het ook niet gaan inzetten en ook niet hun leerlingen kunnen inspireren en uitnodigen. Of ze zelf alle programma’s e.d. ook moeten beheersen is maar de vraag. Wanneer ze de leerlingen voldoende kunnen faciliteren en begeleiden, dan zijn leerlingen ook prima in staat om zelf op ontdekking te gaan en elkaar te helpen. Blijkt echter, dat hun eigen vaardigheid een belemmerende factor is, waardoor ook de afspraken binnen de leerlijn in gevaar komen, dan zal moeten worden ingegrepen. Door hulp van een collega, ondersteuning van een ICT-coördinator, inzet van een vakdocent of door scholing. Vanuit het management zal daar oog voor moeten zijn. Zij zullen het bespreekbaar moeten maken en dit moeten faciliteren.

Toch maar weer een digitaal rijbewijs invoeren? Niet in de vorm zoals we die hebben gehad. Daarbij kregen leerkrachten en docenten allerlei programma’s en vaardigheden voorgeschoteld, waar ze in de praktijk niets mee konden. Het heeft alleen toegevoegde waarde wanneer het ook echt is toegespitst op dat wat nodig is om de leerlingen goed en eigentijds onderwijs te geven. Vaardigheden en programma’s, die ze ook daadwerkelijk zullen moeten gebruiken in de praktijk.

Belangrijke aandachtspunten voor zowel de leerkracht of docent als voor de leerling zijn: veilig internetten, gevolgen inzien van reageren op Internet, sociale netwerken, informatieverwerking, zoekvaardigheden, documentbeheer, enzovoort. Dat kan via een aparte leerlijn maar wel met een koppeling naar en integratie in de verschillende vakken.
In dit kader verwijzen we ook naar bijv. de Kennisbasis ICT en de Inventarisatie ICT-competenties. Goed om kennis van te nemen!

Tot zover het verslag van de discussie. Was je niet in de gelegenheid om mee te doen, maar heb je wel waardevolle aanvullingen, inspirerende voorbeelden, opmerkingen of interessante links? Plaats jouw reactie onder deze blogpost.

Op discussiedinsdag.yurls.net vind je van alle discussies de bijbehorende interessante aanvullende links, die genoemd werden tijdens de discussies. Heb je zelf een suggestie voor een interessant onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @myrandreas , @digikennis , @ YorickSaeijs , @robertdevilee , @MarcelMarkvoort , @karinwinters , @Boupas , @JohnLeeGain , @RobbertZ80 , @MarjoleinEdel , @MevrouwtjeT , @kletskous , @sabineverbeek , @marboneveld , @Afwels , @PascalMarcelis , @florinablokland , @Sjaboepaan

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen twaalf en twee op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

maandag 28 maart 2011

Lessen met ICT: Kruiswoordpuzzel met Puzzlemaker

De trainers van Station to Station publiceren iedere twee weken een complete innovatieve les om leerkrachten te stimuleren met ICT aan de slag te gaan. De lessen staan altijd in het teken van een onderwijskundig doel waarbij een gratis toepassing op internet als hulpmiddel gebruikt wordt om een les leerzamer, boeiender en interactiever te maken.

Deze week de les: Kruiswoordpuzzel met Puzzlemaker

De leerlingen kijken tijdens deze les terug op hun eigen spelling- en taalwerk van afgelopen weken en zoeken woorden op die zij lastig vinden in hun schriften of krijgen een uitdraai uit het softwarepakket met hun lastige woorden.
Van deze woorden zoeken ze vervolgens de betekenis op en bedenken hier een omschrijving, tegenstelling of vraag bij. Vervolgens werken ze dit uit in een Word bestand, zodat het gemakkelijk te kopiëren en te plakken is op de website van Puzzlemaker.
Elke leerling maakt zijn eigen puzzel. Deze puzzels kunnen vervolgens worden afgedrukt tot een boekje, zodat de puzzels door alle leerlingen gemaakt kunnen worden.

Je kunt het lesmateriaal downloaden op de website van Netwijs.

We zouden het erg op prijs stellen als leerkrachten hun ervaringen met ons delen. Dat kan door een bericht achter te laten op ons Blog, te Twitteren naar @netwijs of te reageren via email naar info@netwijs.info

Heeft u ook een innovatieve les gemaakt of heeft u een innovatieve ICT toepassing die u geschikt vindt. Mail ons uw les of lesidee: info@netwijs.info

woensdag 23 maart 2011

Lessen met ICT: Een Lente-muurkrant met Popplet

De trainers van Station to Station publiceren iedere twee weken een complete innovatieve les om leerkrachten te stimuleren met ICT aan de slag te gaan. De lessen staan altijd in het teken van een onderwijskundig doel waarbij een gratis toepassing op internet als hulpmiddel gebruikt wordt om een les leerzamer, boeiender en interactiever te maken.

Deze week de les 'Een lente-muurkrant met Popplet'

Popplet is een eenvoudige online applicatie waarmee een digitale muurkrant gemaakt kan worden. Het is ook te geschikt voor de Ipad. U kunt Popplet ook gebruiken om een eenvoudige Mindmap te maken. In de muurkrant kan gebruik worden gemaakt van afbeeldingen, teksten, tekeningetjes en YouTube-filmpjes. De gemaakte muurkrant kan worden gedeeld met anderen, ook om samen te werken aan één muurkrant.

Je kunt het lesmateriaal downloaden op de website van Netwijs.

We zouden het erg op prijs stellen als leerkrachten hun ervaringen met ons delen. Dat kan door een bericht achter te laten op ons Blog, te Twitteren naar @netwijs of te reageren via email naar info@netwijs.info

Heeft u ook een innovatieve les gemaakt of heeft u een innovatieve ICT toepassing die u geschikt vindt. Mail ons uw les of lesidee: info@netwijs.info

dinsdag 22 maart 2011

Inspiratie opdoen op andere scholen rond onderwijs en ICT

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Op welke school zou jij graag eens een kijkje in de keuken willen nemen m.b.t ICT?” In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Op veel scholen wordt hard gewerkt om ICT een goede plek te geven in het onderwijs. Veel scholen zijn daar ook nog zoekende in. Een kijkje in de keuken van een andere school werkt vaak heel inspirerend. Waarom zelf het wiel uitvinden als een ander dat al heeft gedaan? Maar op welke school ga je dan kijken of bij welke leerkracht? En met welke vraag stap je die school dan binnen?

Via de discussie kwamen verschillende suggesties binnen. We geven een opsomming met daarbij een korte toelichting en enkele citaten uit de discussie:

Aloysiusschool in Maasland
Op de school heeft ICT een belangrijke plaats gekregen ter ondersteuning van het onderwijs. Dit mede dankzij de inzet van hun ervaren ICT-coördinator Ed de Haas. Zijn afscheid van de school vindt plaats op de dag na deze discussie en geheel in stijl.

Klas van de toekomst (OBS West Capelle a/d IJssel)
Een initiatief van het bestuur OPOCK en diverse bedrijven. In een moderne multimediale setting kan onderwijs gegeven worden met behulp van allerlei moderne hulpmiddelen.

Basisschool Wittering.nl in Rosmalen
Een school met een eigentijds onderwijsconcept, waarin ICT een ondersteunende functie heeft. “Geen oude fundamenten laten staan en telkens er weer iets aan toevoegen ... zitten we over 40 jaar nog met dezelfde discussies!”

ROC van Amsterdam
“Kijk eens hoe zij een pittig onderwerp als Linux overbrengen op een pittige groep leerlingen”

Stad en Esch in Meppel
“Kijken hoe 1-op-1 Macbooks onderdeel zijn van het leren. Visie op leren zoals die daar van onderaf ingezet is en vormgegeven wordt.”

Verder werden genoemd de Mariaschool in Reutum, het Geuzencollege in Vlaardingen en Niekée in Roermond

Ook werd het Gisdo-concept genoemd, waarbij het uitgangspunt is, dat leerlingen vanaf groep 5 samenwerken met een computer.

Vragen
Ook een concrete vraag van Marjolein Edelenbosch: “Ik zou wel eens op andere Jenaplan-scholen willen kijken hoe die ICT inzetten en gebruiken, of op andere niet klassikale scholen. Of ze een leerlijn ICT hebben en hoe ze deze inzetten bijvoorbeeld, maar ook software gebruik, en ICT in projecten."
En van Manon van Veen: “Ik zou graag kijken op een school waarbij computergebuik doorgaat tijdens de instructie”.

Naast inspirerende scholen werden ook inspirerende leerkrachten genoemd:

Marcel Markvoort

“Ik zou graag kijken naar zijn SMART Board-gebruik in de bovenbouw / groep6.”
Hanneke Meinen
“Ik zou graag kijken naar haar SMART Board-gebruik en andere ICT bij de kleuters.”
Linda Humme
“Bij haar zou ik ook graag kijken naar het SMART Board-gebruik en al het andere ICT-gebeuren.”

Voor de duidelijkheid: genoemde scholen en personen werden door anderen genoemd in het kader van de wens om daar eens een kijkje te mogen nemen. Ons is niet bekend of genoemde scholen en personen daar gelegenheid voor kunnen bieden.

Tot zover het verslag van de discussie. Was je niet in de gelegenheid om mee te doen, maar heb je wel waardevolle aanvullingen, inspirerende voorbeelden, opmerkingen of interessante links? Plaats jouw reactie onder deze blogpost.

Op discussiedinsdag.yurls.net vind je van alle discussies de bijbehorende interessante aanvullende links, die genoemd werden tijdens de discussies. Heb je zelf een suggestie voor een interessant onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @Mennovh @aloysiusschool , @JelvanRijn , @Emiel2punt0 , @Bica10 , @MarjoleinEdel , @robertdevilee , @mariekemove , @florinablokland , @JannekeGielisse , @markderuijter

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen twaalf en twee op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

dinsdag 15 maart 2011

Uitdagingen rond ICT in het Voortgezet Onderwijs

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Onderwijs met ICT in het VO. Wat zijn de uitdagingen?” In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Het Voortgezet Onderwijs is wat betreft organisatie en inhoud wezenlijk anders dan het Primair Onderwijs. Hoewel er zeker ook overeenkomsten zijn m.b.t. Onderwijs en ICT, zijn er ook de nodige verschillen te benoemen. Wat zijn die verschillen en wat zijn de specifieke uitdagingen waar het VO voor staat?

Een belangrijke gezamenlijke uitdaging voor het PO en VO is onderlinge aansluiting. Welke vaardigheden worden in het VO van leerlingen verwacht en hoe kan het PO hen daar op voorbereiden? Wie doet wat? Daarover bestaat veel onduidelijkheid. Dat maakt het voor beiden lastig om op voort te borduren.

Ook in het VO begint het met Visie op Onderwijs en de rol die ICT daar vervolgens in speelt. Die visie is vaak onduidelijk en het beleid te vrijblijvend. Het Vier in Balans-model is wat dat betreft universeel. Wat willen we en gaan we dat doen? En hoe voorkomen we, dat wel allemaal laptops aanschaffen voor de leerlingen, die korte tijd later nauwelijks meer gebruikt worden, zoals onlangs te lezen viel in de Telegraaf?

Als we kijken naar de infrastructuur, dan hebben veel VO-scholen de computers in centrale ruimten en/of computerlokalen staan. Ook de aanwezigheid van digiborden of beamers verschilt per lokaal. Voor docenten is dat dus een variabele waardoor het lastiger is dan in het PO om ICT in je lessen een concrete plaats te geven. Een belangrijke uitdaging is dus om de faciliteiten per lokaal te standaardiseren. Dit biedt de docenten zekerheid en het kost ze minder tijd in het zelf klaarzetten van de apparatuur. Ook roostertechnisch zou bekeken kunnen worden in hoeverre het mogelijk is om met meer vaste lokalen te werken.

Wat betreft de materialen zijn veel docenten zoekende naar goede materialen, die aansluiten bij hun methoden. Uitgeverijen spelen hier wel op in, maar vaak zijn die digitale materialen minder geschikt voor klassikaal gebruik en meer gericht op de verwerking. En al zou het geschikt zijn voor tijdens de les, dan is het probleem opnieuw de infrastructuur, want vaak zijn er geen computers beschikbaar voor de leerlingen zelf en, zoals eerder gezegd, zijn ook niet in alle lokalen digiborden of beamers aanwezig.
Ook gratis is er veel beschikbaar. De kunst is alleen om in het overweldigende aanbod dát materiaal te vinden, dat voor jou als docent bruikbaar is.
Overigens hoeft het niet altijd vast te zitten op de beschikbaarhied van digitale lesmaterialen. Geef leerlingen bijvoorbeeld de ruimte om op een creatieve manier met een web 2.0-toepassing een leuke presentatie te geven. Laat leerlingen daar zelf ook in meedenken en geef ruimte voor hun ideeën. Maak ze mede-eigenaar van het onderwijs dat ze krijgen.

Wanneer er duidelijk beleid is en op basis daarvan ook de infrastructuur ingericht is en er voldoende digitaal materiaal beschikbaar is, komen we bij de docent zelf. Wil en kan deze ICT een plek geven binnen zijn of haar onderwijs en zo niet, wat wordt er gedaan om dat te veranderen?
Docenten moeten daarin elkaars kwaliteiten en creativiteit leren ontdekken. Tijd maken om elkaar enthousiast te maken en aan ideeën te helpen. Met elkaar ervaren wat de voordelen zijn. Zorg voor een goede uitwisseling binnen de eigen vakgroep. Bezoek samen eens een voorbeeldschool. Denk ook eens aan de faciliteiten, die Kennisnet daar voor biedt. Wellicht binnen elke vakgroep een ict-coördinator aanstellen?

Tot zover het verslag van de discussie. Was je niet in de gelegenheid om mee te doen, maar heb je wel waardevolle aanvullingen, opmerkingen of interessante links? Plaats jouw reactie onder deze blogpost.

Op discussiedinsdag.yurls.net vind je van alle discussies de bijbehorende interessante aanvullende links, die genoemd werden tijdens de discussies. Heb je zelf een suggestie voor een interessant onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @tboutkan , @ronnyvoorhuis , @myrandreas , @BorisBerlijn , @mariekemove , @JannekeGielisse

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen twaalf en twee op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

donderdag 10 maart 2011

werken met ELLO2

Gert-Hein van de Ruitenbeek van basisschool De Schuilplaats in Putten maakt in zijn onderwijs gebruik van een elektronische leeromgeving. Hij doet doet met behulp van ELLO2.

Werken met een elektrische leeromgeving voor de kinderen in je klas. Ik doe het met ELLO2. Hoe werkt dat bij mij in de klas?  Om dat duidelijk te maken heb ik hieronder een screenshot gemaakt van de startpagina van mijn klas.


Beetje uitleg:
In de elektrische leeromgeving kunnen de kinderen het laatste nieuws van de groep lezen, een werkblad maken, de agenda bijhouden, mailen, een website maken, spelletjes spelen en dat is nog niet alles. In het screenshot zie je een aantal icoontjes met mogelijkheden. Dit zijn de mogelijkheden die elk kind heeft. Rechts bevinden zich de mogelijkheden die de leerkracht heeft. De leerkracht kan werkbladen maken, zoeken bij werkbladen van andere leerkrachten, gemaakte werkbladen bekijken, accounts van kinderen beheren, ideeën uitwisselen met andere leerkrachten op het forum. Je ziet al snel dat er dus vele mogelijkheden zijn. Wil je meer weten: in onderstaande filmpjes geeft de maker Timon Bos, die ELLO2 ook in zijn eigen groep inzet, uitleg tijdens een workshop. In het eerste filmpje begint de feitelijke uitleg na 3.17 minuten.



Huiswerk
Ik zet de elo hoofdzakelijk in om huiswerk mee te geven. Om daar echt een goed beeld van te krijgen, moet je eigenlijk een korte workshop volgen, maar heel in het kort: Je verstuurt een werkblad, de leerling maakt het werkblad en jij ziet het resultaat. De kinderen vinden het veel leuker om hun huiswerk te maken, omdat ze er punten mee kunnen verdienen, waardoor er meer mogelijkheden zijn om hun pagina op te pimpen en ik vind het veel leuker omdat ik meteen de resultaten kan zien en een overzicht heb van de hele groep. Dit betekent ook tijdwinst. Daarnaast zijn de meeste ouders positief. Ze vinden het duidelijk, de kinderen gaan zelfstandig aan de slag. Dit is toekomst (voor mij gelukkig al een beetje heden). Er zijn natuurlijk ook ouders die toch liever een briefje met het huiswerk willen voor het overzicht.

Agenda 
De agenda is ook een heel handig gereedschap. Je kunt voor jezelf iets in de agenda zetten, de kinderen  kunnen het ook, maar je kan de agenda ook  voor de hele klas inzetten. Als een datum van de kalender een kleur heeft, staat er iets in de agenda.
Dit zijn nog maar twee manieren waarop de elo ingezet kan worden, maar er zijn er nog veel meer. Bijvoorbeeld een website maken, programma’s klaarzetten (die de leerlingen die dag moeten doen), mailen, nieuws delen, een poll houden.

Uitprobeerfase
Dit alles bijhouden vergt redelijk wat tijd, vooral om het op te starten, maar het is zeker de moeite waard. Zelf zit ik dit jaar ook nog in de uitprobeerfase, maar ik ga er zeker mee door. Ik zelf ben op mijn school de enige die er echt elke week mee werkt. Andere leerkrachten hebben vooral bezwaren, het kost veel tijd, weer wat nieuws.
Zelf zou ik nog verder willen gaan dan ik nu doe, namelijk de elo klassikaal inzetten. Dan kunnen de  leerlingen hun werk meteen op de computer maken, zodat ik meteen een overzicht heb van hun resultaten en daar meteen op in kan spelen.

Dank je wel Gert-Hein voor dit kijkje in de keuken! 

Achtergrondinformatie
Nog wat achtergrondinformatie: ELLO2 is de elektronische leeromgeving van Eduliga.
Dit bedrijf heeft de activiteiten van de aloude OWG voortgezet. Als de school een abonnement neemt op Eduliga mogen ze alle programma's gratis downloaden in installeren. En als toegift krijgen ze ook gratis de beschikking over ELLO2. ELLO2 is de opvolger van Mijnklas.net.



dinsdag 8 maart 2011

Met welk digitaal leermateriaal zou jouw school echt geholpen zijn?

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Met welk digitaal leermateriaal zou jouw school echt geholpen zijn?” In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Er is her en der op het internet heel wat digitaal leermateriaal te vinden. Diverse websites en platforms met een breed aanbod. Maar is daar ook te vinden waar je als school echt op zit te wachten? Waar ligt op dit gebied de behoefte? En aan welke criteria moet dit digitale leermateriaal voldoen?

Materiaal voor het bevorderen van sociale vaardigheden werd als eerste genoemd. Daarbij werd gedacht aan games waarin leerlingen interactief bezig zijn. Een game kan heel motiverend werken en ook een stukje veiligheid bieden bij onderwerpen waarover leerlingen in een groep moeilijk durven te praten of geneigd zijn sociaal wenselijke antwoorden te geven. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan pesten. Uiteraard blijft het een oefensituatie en is daarbij altijd een vertaling naar de praktijk nodig.

Ook werd ingebracht: materiaal op het gebied van Taal en Spelling. Voor bijvoorbeeld Rekenen is er veel beschikbaar, maar voor deze vakken veel minder of Engelstalig. Hier zou veel meer voor beschikbaar moeten komen. Daarbij wordt gedacht aan materialen voor het geven van instructie, maar ook om te oefenen en dan het liefst met mogelijkheden voor interactie, ontdekken en ervaren.

Digitaal materiaal hoeft niet te bestaan uit kant en klare pakketten met alles er op en er aan. Er is ook behoefte aan losse methode-onafhankelijke digitale leermaterialen: videofragmenten, gereedschappen, toetsen, objecten, leereenheden. Op basis van de leerlijnen en in combinatie met andere materialen kunnen leerkrachten dan zelf de lessen arrangeren. Dat vereist overigens wel de nodige kennis en vaardigheden.

Belangrijke opmerking met betrekking tot het digibord: Zorg dat de lessen voor alle borden bruikbaar zijn door gebruik van het iwb-formaat. Het wordt tijd dat er meer eenduidigheid komt. In een eerdere #netwijs-discussie hebben we dat al eens besproken.

Digitale materialen zijn er in allerlei vormen. Van gedigitaliseerde lesboeken tot interactieve edugames. De vraag daarbij is altijd: Hoe ga je het als leerkracht inzetten vanuit je lesdoelen? En weet je daarbij de juiste vragen te stellen en de leerlingen te faciliteren. Net als in eerdere discussies werd Sugata Mitra ingebracht als voorbeeld. Door leerlingen in groepjes te laten samenwerken en hen de juiste vragen te stellen, komen ze tot grootse resultaten. Daarbij hebben ze niet allemaal een eigen laptop nodig, maar kunnen ze met één per groepje prima uit de voeten.

Naast een goed aanbod van materiaal is het van belang, dat leerkrachten inzien, dat ook zonder de aanschaf van duur materiaal eigentijds onderwijs te geven is. Er zijn genoeg voorbeelden van gratis toegankelijke en beschikbare middelen. Daarbij speelt de professie van de leerkracht een belangrijke rol. Daar ligt een aardige uitdaging.

De noodzaak om ICT veel meer een plek te geven in het onderwijs kwam ook naar voren in een artikel op Onderwijs Brabant. Het motiveren van de leerlingen, maar ook het verkleinen van het gat tussen het onderwijs en de maatschappij. Twee belangrijke uitdagingen waar het onderwijs gezamenlijk met de vele aanbieders van materialen en middelen hun tanden in kunnen zetten!
Tot zover het verslag van de discussie. Was je niet in de gelegenheid om mee te doen, maar heb je wel waardevolle aanvullingen, opmerkingen of interessante links? Plaats jouw reactie onder deze blogpost.

Op discussiedinsdag.yurls.net vind je van alle discussies de bijbehorende interessante aanvullende links, die genoemd werden tijdens de discussies. Heb je zelf een suggestie voor een interessant onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @tboutkan , @meeszwan , @thijsdevries , @florinablokland , @mariekemove , @marboneveld , @Marcelmarkvoort , @JelvanRijn

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen twaalf en twee op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

dinsdag 1 maart 2011

Als ICT-budget geen issue was

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Als ICT-budget geen issue was, dan …?” In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Met dit onderwerp gaan we niet op zoek naar luchtkastelen. Budget wordt vaak als snel aangedragen als reden waarom de inzet van ICT in het onderwijs niet gaat zoals iedereen zou willen. Maar wat wil iedereen dan precies en waarom? Stel nu, dat je de vrije hand hebt wat betreft budget, wat ga je dan aanschaffen en/of doen? Waar zou je heen willen als het gaat om integratie van ICT in je onderwijs?

Goede apparatuur
Het eerste, dat genoemd werd, was het vervangen van alle verouderde computers. Niet kijken naar de minimale eisen, maar gaan voor een optimale configuratie. De software die beschikbaar komt voor het onderwijs stelt steeds hogere dan wel andere eisen aan de computers, maar ook aan de netwerken. Scholen hebben dan als snel weer het gevoel achter de feiten aan te lopen. Een belangrijk punt is dus het zorgen dat de infrastructuur meegroeit of aangepast wordt op datgene wat er mee gedaan moet worden. Heel concreet bijvoorbeeld: een kleinere harde schijf en in plaats een betere videokaart en meer werkgeheugen, want de computer hangt toch in een netwerk.
Aansluitend bij voorgaande: een serverloze school. Alle software staat “in the cloud” en alle documenten staan online opgeslagen. Een goede internetverbinding is dan noodzakelijk en ook in dit geval worden wat andere eisen gesteld aan de configuratie van de werkstations.
Kort samengevat: alles moet het altijd en overal doen.
Wanneer de apparatuur up-to-date is, wordt wellicht ook meteen de ICT-coördinator ontlast, die nu vaak geconfronteerd wordt met storingen als gevolg van onvoldoende capaciteit van bijvoorbeeld de werkstations. Daarnaast is de apparatuur dan ook sneller en profiteren dus alle gebruikers van minder wachttijd. Ook een goed servicecontract is daarbij haast een voorwaarde.

Scholing
Scholing werd ook als belangrijk punt genoemd. Goed werkende apparatuur is één ding, maar er goed mee werken hoort daar bij. Deels hangt dat samen, want mensen haken af als ze geen vertrouwen hebben in de apparatuur. Maar los daarvan: Vaak wordt er geïnvesteerd in de hardware, maar niet in de mensen, die er mee moeten werken. Dat gaat vanzelf wel, zo wordt vaak gedacht. In de praktijk blijkt, dat daardoor het rendement veel kleiner is, dan wanneer er geïnvesteerd was in scholing van de leerkrachten. Op de meeste scholen blijkt, dat de mogelijkheden van software, van digiborden, van laptops, van tablets of van wat ook maar is aangeschaft deels onbenut blijven. Uiteraard verschilt dat per leerkracht, maar feit blijft, dat er veel meer uit te halen valt. Voorwaarde is dan wel, dat er tijd en ruimte is voor het personeel om zich hier in te verdiepen en zicht dit eigen te maken. Het betreft dan overigens niet alleen de ICT-vaardigheden, maar ook kennis van de mogelijkheden en ook belangrijk: het klassenmanagement. Discussiepunt daarbij is wel in hoeverre scholing óók een eigen verantwoordelijkheid is van de leerkracht zélf.
Tijd voor de ICT-coördinator om het onderwijskundige proces te bewaken, collega’s te begeleiden, te overleggen met de directeur en de Intern Begeleider en beleidslijnen uit te zetten is daarbij eveneens een wens die leeft en nu vaak ondersneeuwt als gevolg van beperkte formatie en budget.

Elke leerling een eigen computer
Een andere wens is de aanschaf van tablets in plaats van computers. Ze zijn minder kwetsbaar dan laptops en hebben meer mogelijkheden. Ook zijn ze beter op te bergen en handzamer om mee te werken. Elke leerling een eigen computer (in welke vorm dan ook) biedt de leerkracht de mogelijkheid om de leerlingen veel meer op maat te laten werken. Daarnaast zijn er meer mogelijkheden voor de eigen inbreng van de leerling, wat zich vertaalt in een grotere leeropbrengst.
Anderen twijfelen overigens aan de noodzaak om voor elke leerling een eigen computer aan te schaffen, althans in het Primair Onderwijs. Leerlingen gaan vooralsnog echt niet alles op de computer doen en daarom kan er middels een goede organisatiestructuur ook prima met minder computers gewerkt worden. Alleen zul je dan wel moeten loslaten, dat alle leerlingen op hetzelfde moment ook hetzelfde doen.
De vraag kwam hierbij naar voren of er voldoende educatieve software is om echt onderwijs op maat te geven voor alle leerlingen in het geval ze allemaal een eigen computer zouden hebben. Het antwoord is ja. Maar waarom alleen educatieve software? Ook met andere software zijn er veel mogelijkheden voor het onderwijs. Daarbij zal er echter meer van de leerkracht worden gevraagd qua voorbereiding en creativiteit. Dan kun je zelfs met gratis middelen erg leuke en zinvolle opdrachten laten doen. Ook hier komen visie en vaardigheden weer om de hoek kijken.

Tegenstellingen
In de discussie werd gesignaleerd, dat voor wie de inzet van ICT in het onderwijs echt een uitdaging vindt eerder geneigd zal zijn om nieuwe computers, tablets of andere apparatuur zal wensen terwijl anderen eerder zouden willen investeren in tijd en scholing. Een deelnemer aan de discussie gaf daarbij aan: “Voorlopers investeren zélf in tijd. Volgers krijgen de middelen, maar veranderen omdat het moet.”

Wat zou nu de gemiddelde leerkracht antwoorden op de vraag wat hij of zij zou doen met ICT-geld. “Iets doen aan de hoeveelheid nakijkwerk! Dan gaan ze echt wel harder lopen!” voorspelde één van de discussiedeelnemers. En daar zijn natuurlijk mogelijkheden voor. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheden met stemkastjes bij het digibord of digitale methodetoetsen. Kritische vraag daarbij: Kijken deze leerkrachten ook regelmatig naar de resultaten van het leerlingvolgsysteem van educatieve software? Gebruiken ze deze software ook om leerstofonderdelen te toetsen of wordt deze software alleen maar ingezet als extra oefenmiddel?
En wat als ze moesten kiezen tussen minder nakijkwerk of meer leerrendement of leerplezier? Daar wordt je immers uiteindelijk op afgerekend? En geeft dat ook niet meer voldoening? Een echt dilemma hoeft het overigens niet te zijn. Wanneer er goed over nagedacht wordt kan het ook prima gecombineerd worden.

Tot zover het verslag van de discussie. Was je niet in de gelegenheid om mee te doen, maar heb je wel waardevolle aanvullingen, opmerkingen of interessante links? Plaats jouw reactie onder deze blogpost.

Op discussiedinsdag.yurls.net vind je van alle discussies de bijbehorende interessante aanvullende links, die genoemd werden tijdens de discussies. Heb je zelf een suggestie voor een interessant onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @henkheurter , @rvdzwan , @Gijs1982 , @Boupas , @gerritdekoster , @peterteriele , @Laagwater , @DeOverdracht , @henkvangils , @Bica10 , @Marathonkeje , @robertdevilee , @Kletskous

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen twaalf en twee op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

Gastblog: Netwijs Opleiding Anne Vink

Anne Vink, ICT-coördinator op o.b.s. Henri Dunant in Sliedrecht heeft de Netwijs Opleiding succesvol afgerond in een versneld tempo. Als eindpresentatie heeft ze dit artikel geschreven.

Namens alle docenten van de "Netwijs Opleiding ICT coördinator" wens ik je heel veel plezier en succes toe als ICT coördinator!

Eindopdracht
Computers worden op basisscholen steeds vaker tijdens de les gebruikt. De leerlingen kunnen op de computer aan de slag met de lesstof en leren ook hoe ze de computers moeten gebruiken; ze maken werkstukken en presentaties op de computer, leren informatie te selecteren en uit te wisselen, of leren hoe e-mail werkt. De school kan zelf bepalen welke rol de computer speelt in het onderwijs.
Computertoepassingen maken het ook mogelijk om het onderwijs beter te laten aansluiten bij het niveau en het leertempo van de individuele leerling. Indien een leerling hier behoefte aan heeft, kunnen leerstofonderdelen gericht worden geoefend. Vorderingen van de leerlingen kunnen systematisch worden bijgehouden. Digitale schoolborden, LCD touchscreens, Iphones, e-books, de ontwikkelingen gaan ontzettend snel. Kortom: de computer speelt een belangrijke rol in het huidige onderwijs.

Visie op onderwijs en ICT eerst
In oktober 2009 ben ik gestart met het volgen van de Netwijs opleiding tot ICT-coördinator. Ik ben gestart met het volgen van module 3. (huh? Module 3?) Ja, module 3. Dit omdat ik de studie heb overgenomen van een collega. Vol goede moed startte ik – als pas beginnende leerkracht – aan de opleiding.
Veel ervaring met het werk als ICT-er had ik op dat moment nog niet. Ik was net begonnen aan het tweede jaar van mijn leerkrachtloopbaan en werkte op dat moment drie dagen in groep 3 en twee dagen verving ik het compensatieverlof van de overige leerkrachten. Handig met computers was ik wel, maar ik was hiervoor nog niet echt in aanraking gekomen met het ‘echte’ ICT-werk.

Na het volgen van mijn eerste twee modules heb ik in overleg met de docenten besloten om module één en twee tegelijk te gaan volgen met module vijf en zes. Ik had module één en twee natuurlijk nog niet gehad en het maken van een beleidsplan (module twee) had ik al gemist. Het hebben van een aantal paragrafen van het beleidsplan was eigenlijk essentieel voor het volgen van de andere modules. Ik ben de opleiding dus versneld gaan doen.

Affiniteit met ICT is zeker een vereiste voor het volgen van Netwijs opleiding tot ICT-coördinator.

Verandermanagement
Vooral de module over het omgaan met weerstanden in je team vond ikzelf erg interessant. De studie is natuurlijk gericht op ICT, maar het omgaan met weerstanden is eigenlijk overal toepasbaar. Er is een duidelijk verdeling te zien binnen het team met betrekking op alle omstandigheden. Sommige leerkrachten hebben helemaal geen stimulatie nodig. Het plaatje hiernaast vind ik altijd erg toepasselijk. Het is altijd fijn om anderen enthousiast te krijgen, hierdoor heeft het ICT-beleidsplan meer draagkracht gekregen.

Het team van o.b.s. Henri Dunant beschikt over een erg vooruitstrevend team en dit team was erg betrokken bij het vormen van het ICT-beleidsplan, vooral door de deelname aan het teamvergadering over datgene wat wij als school belangrijk en ook haalbaar vinden in de aankomende paar jaar.
Zo is er een streven om in de komende vier jaar te komen tot:

  • Een verdere scholing van de leerkrachten om het verder integreren van het computergebruik binnen en buiten de groep mogelijk te maken (d.w.z. goed en regelmatig gebruik maken van de aanwezige hard- en software, zowel op groeps- als schoolniveau. Dus naast het gebruik van de computers in de groepen, wordt daarmee ook nadrukkelijk het gebruiken van de computers en het netwerk voor planning, informatievoorziening en onderlinge communicatie door leerkrachten bedoeld). Hierbij kan gedacht worden aan het vanuit huis inloggen op de schoolserver om te werken, het online invullen van het LVS (Leerlingvolgsysteem) etc.

  • Een verdere implementatie van de aangeschafte onderwijsprogramma’s die zowel ondersteunend als ontwikkelend zijn. Leerlingen werken met een aantal softwarepakketten, welke aansluiten bij hun eigen leerstijl en niveau.

  • Een functioneel en veilig gebruik van internet door de leerlingen, met behulp van het diploma Veilig Internet.

  • Het ontwikkelen van een ICT-leerlijn waarin de vaardigheden per groep zijn vastgelegd voor tekstverwerken / internet / PowerPoint / websites maken / e-mailen / etc.

  • Een verdere ontwikkeling dan wel uitbouw van ons ICT-bestand.

  • Het gebruik van de computer als onderdeel van het reguliere onderwijs, (als ‘normale’ activiteit binnen alle groepen).

  • Het gebruik van de computers moet meerwaarde hebben (met de computer moeten zaken bijvoorbeeld makkelijker / beter gedaan kunnen worden, of via de computer kunnen de activiteiten doen die zonder computer niet gedaan kunnen worden of moeilijker uit te voeren zijn).

De speerpunten voor onze school zullen de komende twee jaar zijn:

  1. Het hebben van een ICT-leerlijn waarin de vaardigheden per groep zijn vastgelegd. voor tekstverwerken / internet / PowerPoint / websites maken / e-mailen / etc.

  2. Het maken interactief gebruik maken van het digitale schoolbord door de leerkrachten.

  3. Leerlingen leren hoe ze om moeten gaan met de minder geschikt informatie en communicatie op het internet (diploma veilig internet).

  4. Leerlingen laten werken met een aantal softwarepakketten, die aansluiten bij hun eigen leerstijl en niveau.

  5. De leerlingen kunnen ten minste 5 x per week achter de computer, dit passen we in binnen het klassenmanagement.

  6. Leerkrachten werken aan eigen ICT-vaardigheden (cursus o.i.d.).

Ik ben er klaar voor!
Nu, anderhalf jaar en een vergevorderd beleidsplan verder, sta ik veel sterker in mijn schoenen wat betreft het ICT-werk.

Maar zowel het team, de school en ikzelf; we zijn er nog lang niet. Binnen de ICT verlopen ontwikkelingen erg snel, dit zorgt er voor dat je als ICT-er zelf ook niet stil kunt zitten. Na het behalen van mijn diploma begint het bijhouden van alle ontwikkelingen eigenlijk pas echt!

Al met al was het een leuke opleiding, er is veel contact met de docenten en de studiebelasting is goed ingeschat.

Overzicht annotatiesoftware

In een eerder artikel publiceerden we al een overzicht van software die je kunt gebruiken bij het digibord. Dat overzicht  was dringend aan een update toe en daarom hebben we een nieuw document gemaakt dat je hier kunt downloaden.
We gebruiken de benaming annotatiesoftware, omdat het software is waarmee je aantekeningen kunt maken op het digibord of het touchscreen. Afhankelijk van de software beschikken deze programma's over een aantal mogelijkheden, die in het lijstje overzichtelijk zijn weergegeven.

We hebben drie overzichten gemaakt: Betaalde programma's, gratis programma's en gratis online applicaties.
Het is inmiddels een omvangrijke lijst. We hebben vanuit onze eigen ervaring inmiddels wel door dat er grote verschillen zijn, niet alleen in mogelijkheden, maar ook in bedieningsgemak. Zo kun je met sommige programma's een afbeelding niet proportioneel vergroten of verkleinen. Of wordt een wat langere tekst op een vreemde manier uitgelijnd.Dat geldt met name (maar niet alleen!) voor de gratis programma's. We hebben ons echter niet gewaagd aan een kwaliteitsoordeel, omdat dat ook veel subjectieve kanten heeft.
De online applicaties lopen nog erg achter als het gaat om de mogelijkheden. Het is wel leuk dat je daar soms online mee kunt samenwerken, zoals je in dit artikel kunt lezen.