dinsdag 28 februari 2012

Discussie Dinsdag: Digitaal communiceren met ouders


Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Welke ICT-middelen gebruikt u om de communicatie met ouders te verbeteren?”  In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Veel scholen communiceren met name via de website. Ook mail wordt wel gebruikt, maar er zijn scholen die op deze manier slechts een beperkt aantal ouders bereiken, omdat bijvoorbeeld veel ouders niet over e-mail beschikken. (Ja, die zijn er!).
Een digitale nieuwsbrief biedt wel extra mogelijkheden zoals het toevoegen van links naar bijvoorbeeld een artikel op de website of een foto-album.
Het is wel belangrijk ouders hierover goed te informeren, bijvoorbeeld tijdens een informatie-avond. Ook moeten de e-mailadressen up-to-date worden gehouden.
Een mogelijk nadeel is dat via e-mail niet beide ouders bereikt worden. Dat is een stukje interne communicatie thuis. Het meegeven van een papieren nieuwsbrief biedt ook niet de garantie dat hij aankomt. En wat is handiger: elke dag de schooltas uitpluizen of de nieuwsbrief binnenkrijgen?
Tegenwoordig heeft de school ook vaak te maken met gescheiden ouders. De papieren versie bereikt alleen de ouder bij wie het kind woont. Digitale informatie kan naar beide ouders verstuurd worden.
Ouders die nog regelmatig op school komen kunnen zich daar prima op de hoogte stellen van wat er in het onderwijs gebeurt, bijvoorbeeld doordat werkstukken van de leerlingen te zien zijn, maar als de leerlingen in de bovenbouw zitten, gaan ouders steeds minder vaak naar school. Dan wordt het contact dus ook minder.
Bijkomend voordeel van het digitaal versturen is dat ouders een archief van de verstuurde nieuwsbrieven kunnen bijhouden. Dat gaat eenvoudiger dan via het magneetje op de koelkast.

Er zijn diverse scholen die de ouders ook op andere manieren informeren, zoals via Twitter. Tijdens de discussie kwam toevallig een bericht langs met een linkje naar een diashow met foto’s van een (carnavals?)optocht
Een van de deelnemers opperde de mogelijkheid om een facebook-pagina van de school te maken, met artikelen die door ouders bijvoorbeeld “geliked” kunnen worden.  Zo kunnen ouders activiteiten waarderen, wat de school belangrijke informatie kan opleveren, maar ook gelezen wordt door anderen in de omgeving. Een mooi PR-instrument dus.
Een andere deelnemer had een bijzondere vorm van communicatie voor haar mentorgroep bedacht: een Yurls-pagina.

Is het wel de taak van de school om ook digitaal met ouders te communiceren? Het gaat er uiteindelijk om dat de boodschap overkomt. En mensen anno nu communiceren nu eenmaal ook via digitale media en willen ook zo geïnformeerd worden. De school moet wel goed nadenken over de vormen van digitaal communiceren die men wil gebruiken. Niet elke vorm past bij elke populatie, maar zelfs wanneer je er maar een deel van de ouders mee bereikt, kan het heel functioneel zijn. Het is wel belangrijk om consequent te zijn in het gebruik: er moet een duidelijke visie aan ten grondslag liggen die beleidsmatig wordt uitgevoerd.
In dit artikel in PULSE wordt aangegeven dat goede communicatie in het belang is van de ontwikkeling van de kinderen. Hierbij kunnen digitale communicatiemiddelen een grote rol spelen.

Goede communicatie over de communicatie is van groot belang: leg ouders uit hoe ze geïnformeerd worden, wat het belang ervan is, en ook welke mogelijkheden er zijn voor de ouders om zelf digitaal te communiceren met de school. Moeten ouders bijvoorbeeld de absentie van hun kind telefonisch melden of zijn er ook andere mogelijkheden (bijvoorbeeld via sms of mail)?

Daarnaast zijn er allerlei diensten die een compleet communicatieplatform vormen. In dit artikel dat onlangs op het Netwijs edublog verscheen, worden er een aantal genoemd. Deze platforms bieden vaak allerlei interactieve mogelijkheden, zodat de school ook informatie van de ouders krijgt.

We sluiten af met het noemen van een digitaal boek: Professioneel communiceren met ouders waarin allerlei handreikingen staan voor scholen die willen nadenken over dit onderwerp.

Was je niet in de gelegenheid om mee te doen met de discussie, maar heb je wel een standpunt hier over? Reageer dan op dit blog of via de LinkedIn-groep De toekomst voor onderwijs en ICT.

Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven. Op discussiedinsdag.yurls.net vind je alle tijdens de discussie genoemde linkjes en ook die van alle voorgaande discussies.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@Riaanlous, @RJoch, @Sjaboepaan, @jvennink, @inabel, @MariekeSimonis, @henkheurter.

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen 12.00 uur en 13.00 uur op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

+

woensdag 22 februari 2012

Meer uit Cito LOVS halen

Een paar weken geleden gaf ik een aantal workshops over het Cito Leerling Onderwijs Volg Systeem (Cito LOVS) speciaal voor de kleuterjuffen. Samen met de intern begeleiders is de inhoud van deze bijeenkomsten bepaald.

Wat me bij een aantal scholen is opgevallen is dat veel scholen nog steeds ‘het aantal goed’ invoeren na de afname van de Cito toetsen. Het systeem kan dan echter niet achterhalen ‘welke vragen goed of fout zijn gemaakt’. Sommige vragen zijn nu eenmaal moeilijker dan andere vragen en wegen dus ook zwaarder mee.

Door het invoeren van de foute antwoorden wordt de score preciezer en krijg je als leerkracht (en intern begeleider) inzichtelijk op welke categorieën leerlingen nog meer instructie of oefening nodig hebben. Deze categorieënoverzichten zijn een perfecte basis voor groepsplannen aangevuld met de informatie uit de methodegebonden toetsen en de onderwijsbehoeften van een leerling uit eigen observaties.













Verder leefden er nogal wat vragen bij de intern begeleiders en leerkrachten:
  • Waarom wordt de score A t/m E vervangen door I, II, III, IV, V?
  • Wat is nu precies het functioneringsniveau en hoe bepaal ik het ontwikkelperspectief?
  • Wat is de betekenis van de categorie staafdiagrammen op individueel niveau?
  •  Hoe kan het dat voor sommige leerlingen het categorie overzicht niet gemaakt kan worden?
  •  Wat is de betekenis van: % score geobserveerd en % score verwacht?
  • Welke overzichten zijn er allemaal en welke zijn zinvol?

De bijeenkomst was erg productief omdat we direct de Cito toetsen in hebben gevoerd en vervolgens afspraken hebben gemaakt over welke overzichten gebruikt gaan worden. Aangezien het Cito LOVS een softwarepakket is wat je maar een paar keer per jaar intensief gebruikt, is het aan te raden om een middag met alle leerkrachten bij elkaar te zitten na de afnames, zodat je elkaar kunt ondersteunen en zodat je direct opvallende zaken kan bespreken. Bovendien is samen invoeren een stuk sneller, controleer je elkaar en houd je elkaar scherp.

De ervaringen van een intern begeleider uit het Westland met het afnemen van digitale kleutertoetsen zijn zeer positief (als de website van Cito er niet uit ligt J). De kleuters zijn meer op hun taak gericht achter de computer en kunnen zich met een koptelefoon op beter concentreren. 

Hoe maken jullie gebruik van het Cito LOVS? Nog tips en trucs voor anderen?

dinsdag 21 februari 2012

Hoe zet jij ICT in als hulpmiddel voor leerlingen met een beperking?

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Hoe zet jij ICT in als hulpmiddel voor leerlingen met een beperking?”  In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Passend Onderwijs houdt de gemoederen momenteel volop bezig! En terecht! Wanneer de plannen doorgaan heeft het heel wat consequenties voor alle betrokkenen. Nu al is duidelijk zichtbaar dat scholen te maken hebben met een toenemend aantal zorgleerlingen. Op allerlei manieren zijn scholen bezig om hier op in te spelen. Denk aan bijvoorbeeld de invoering van Handelingsgericht werken (HGW) of Opbrengstgericht Werken (OGW).

Interessante vraag is hoe je met name voor zorgleerlingen ICT inzet als hulpmiddel. Dit keer nog iets specifieker: Hoe zet je het in als hulpmiddel voor leerlingen met een beperking. Daarbij kun je aan tal van beperkingen denken: auditieve, visuele, motorische, communicatieve, etc. Hoe kun je leerlingen die hier mee te maken hebben (beter) ondersteunen door ICT in te zetten?

Opvallend was, dat er in eerste instantie geen reacties binnenkwamen op de vraag. Nu kan dat liggen aan het feit, dat men in een deel van het land vakantie heeft en/of carnaval viert. Toen we twee jaar geleden echter een soortgelijk onderwerp aan de orde stelden, hadden we dezelfde ervaring. Ook toen vrijwel geen reacties.

De vraag rijst dus: Houdt dit onderwerp scholen eigenlijk wel bezig? Surfend op het internet valt op, dat er ook maar bar weinig over geschreven wordt. En als je iets vindt, dan gaat het vaak over het Speciaal Onderwijs. Of het betreft informatie uit het buitenland.
Na enige tijd kwam er toch een reactie op de vraag. Echter met dezelfde constatering en met dezelfde ervaring: het onderwerp lijkt niet te leven.

We kregen het samen over kinderen met autisme. Deze kinderen hebben een andere manier van leren en van informatie verwerken en zijn veel meer visueel ingesteld. Computers hebben vaak op deze kinderen een enorme aantrekkingskracht en zijn geneigd om er thuis veel tijd aan te besteden. Hoewel veel games soms heel chaotisch lijken zijn ze toch vaak voorspelbaar en zit er een duidelijke structuur in. Wordt er met dat gegeven ook wat gedaan binnen het onderwijs?

Een voorbeeld: Een jongen met autisme heeft een grote fascinatie voor treinen en techniek. Via filmpjes op YouTube  en andere websites vindt hij enorme hoeveelheden informatie, die zijn kennis nog meer vergroten. Niemand die hem daarbij hoeft te helpen!

Voorbeeld van een andere jongen met autisme: Hij kan enorm goed tekenen en zoekt daarin naar nieuwe uitdagingen. Via YouTube en Wikipedia zoekt hij naar nieuwe technieken en achtergrondinformatie. De meest ingewikkelde Engelstalige informatie vertaalt hij via Google Translate naar het Nederlands en zo komt hij te weten wat hij weten wil. (Begrijpend lezen uit de methode blijkt daarentegen een enorme hobbel!)
Door de filmpjes stap voor stap af te spelen en elke stap die een ander doet na te doen, leert hij zichzelf deze nieuwe techniek aan. Met een tekentablet tekent hij het inmiddels ook via Paint.net. De werking daarvan heeft hij opnieuw via YouTube achterhaald.

Een laatste voorbeeld: Een meisje met autisme durft niet hardop voor in de klas een Duitse tekst voor te lezen, zoals haar klasgenoten wel doen. Ze bedacht zelf de oplossing om het thuis op haar kamer op te nemen via haar computer en als mp3 in te leveren bij de docent!

Deze voorbeelden laten zien, dat deze leerlingen prima in staat zijn om zelfstandig te werken, oplossingsgericht bezig te zijn, informatie te verwerken, enzovoort. Echter wel op hún manier en aansluitend bij hún interesses. De vraag is of wij ze in het onderwijs daarvoor de ruimte willen en kunnen geven. En of we van daar uit een koppeling kunnen maken met ándere leerdoelen en vakgebieden.

Nu ook de tablets steeds meer hun intrede doen, komen er steeds meer mogelijkheden om leerlingen met een beperking tegemoed te komen en te ondersteunen. Scholen zouden zich moeten verdiepen in de extra mogelijkheden die dit biedt en hier visie en beleid op moeten ontwikkelen.

Kijken we naar leerlingen met Dyslexie, dan zijn we daar al veel verder in. Scholen werken met protocollen,  schaffen een Daisy-speler of AlphaSmart aan of programma’s als Sprint of Kurzweil.
Iemand die later op de discussie inhaakte gaf aan, dat zij op school de methoden Naut/Meander/Brandaan gebruiken. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van spraak bij de boeken en werkboeken. Ook is er een poging gedaan om CITO-toetsen in te spreken als MP3 om er voor te zorgen, dat er niet aldoor iemand samen met een dyslexie-leerling de toets door hoefde te lopen, maar ze zelfstandig aan de slag konden. Een tijdrovende klus!

Wel opvallend, dat bij bepaalde beperkingen er wél volop gebruik wordt gemaakt van ICT-hulpmiddelen. Wellicht omdat het meer afgebakend is en minder maatwerk? Of omdat het meer voor komt? Omdat er meer over bekend is? Wie het weet mag het zeggen!

Terug naar de vraag van vanmiddag: Hoe zet jij ICT in als hulpmiddel voor leerlingen met een beperking? Was je niet in de gelegenheid om mee te doen met de discussie, maar heb je wel een standpunt hier over? Reageer dan op dit blog of via de LinkedIn-groep De toekomst voor onderwijs en ICT.

Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven. Op discussiedinsdag.yurls.net vind je alle tijdens de discussie genoemde linkjes en ook die van alle voorgaande discussies.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @pietvsz , @LesideePO , @henkvangils

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen 12.00 uur en 13.00 uur op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

woensdag 15 februari 2012

Digitaal communiceren met ouders

Scholen gebruiken diverse communicatiemiddelen om het contact tussen school en thuis tot stand te brengen en te onderhouden, zoals de informatiegids, de nieuwsbrief, informatieavonden, persoonlijke contacten in de vorm van rapport- en voortgangsgesprekken, en nog veel meer. 

Tegenwoordig zijn er ook allerlei digitale middelen die door de school ingezet kunnen worden om ouders te informeren en hen op de hoogte te houden van ontwikkelingen. Scholen moeten nadenken over nieuwe communicatievormen: ouders beschikken over diverse elektronische communicatiemiddelen, waarvan ze vaak heel regelmatig gebruik maken. Ze vinden het fijn om ook zo op de hoogte gehouden te worden van wat er op school speelt. In dit artikel komen allerlei middelen langs en wordt aangegeven voor welk doel ze kunnen worden ingezet. Kunnen worden, want het is de school of de leerkracht die bepaalt of ze gebruik maken van digitale communicatiemiddelen en welke dat dan zijn! 

 
Website 
De website is een goed communicatiemiddel tussen school en ouders, mits de informatie up-to-date en ter zake doende is. Een verouderde website is dodelijk. Geef op de website ook aan wanneer hij het laatst bijgewerkt is. 
Scholen moeten zich realiseren dat de meeste ouders niet regelmatig de website doorsnuffelen. Nieuws kan bijvoorbeeld heel goed kort toegelicht worden via een digitale nieuwsbrief waarna ouders kunnen doorklikken naar het onderwerp op de website. Dat kan bijvoorbeeld een artikel zijn of een foto-album van schoolactiviteiten. 
Het is ook goed om een RSS-feed aan de website toe te voegen waarop ouders zich kunnen abonneren: als de website wordt bijgewerkt, krijgen ze daarvan bericht. 

E-mail
E-mail kan heel goed worden ingezet, bijvoorbeeld om ouders periodiek te informeren via de nieuwsbrief. Papieren nieuwsbrieven komen niet altijd op e juiste plaats, of te laat. Wanneer de school de nieuwsbrieven digitaal verspreidt, is er een directe schakel tussen de zender en de ontvanger. E-mail kan ook gebruikt worden voor persoonlijk contact, maar het is heel belangrijk dit zorgvuldig af te wegen. Leerkrachten sturen bij voorkeur geen persoonlijk getinte berichten aan ouders. Ook persoonlijke vragen van ouders en zeker als deze een emotionele lading hebben, kunnen beter in een rechtstreeks contact worden voortgezet. Zo kunnen eventuele misverstanden veel beter uit de weg worden geruimd.

Weblog 
Ze worden steeds vaker gebruikt: weblogs waarin de leerkracht, eventueel samen met de leerlingen, verslag doet van activiteiten die in de groep plaatsvinden. Voor de ouders een geweldige bron van informatie en vaak een mooie aanleiding om met de kinderen te praten over waar ze in de klas mee bezig zijn. Ook hier geldt dat het belangrijk is om regelmatig artikelen toe te voegen en ouders daarover te informeren. Leerkracht of leerlingen kunnen bijvoorbeeld een uitleg geven van een nieuw onderwerp, een bepaalde manier van aanpak, een project en dergelijke. 

Online formuleren 
Online formulieren kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om een enquête te houden (schooltevredenheidsonderzoek), een inventarisatie te doen van de beschikbaarheid van ouders voor (buiten)schoolse activiteiten en het rapportspreekuur. Een mooi voorbeeld hiervan is Google Forms, waarmee allerlei vragen gesteld kunnen worden. Het verzamelformulier kan overgezet worden naar Excel zodat er allerlei overzichten gemaakt kunnen worden. Dit kan heel tijdbesparend werken. 

Twitter 
Steeds meer mensen maken gebruik van Twitter om korte berichten rond te sturen. Ook scholen kunnen dit inzetten om ouders snel te informeren. Twitterberichten hebben een heel korte “haalbaarheidsdatum”, maar er zijn ouders die het prettig vinden als extra communicatiemiddel. In een Twitterbericht kan ook een link naar extra informatie worden opgenomen. Het isa belangrijk te beseffen dat met Twitter slechts een klein deel van de ouders bereikt wordt.

Yurls 
Yurls-sites worden meestal gebruikt om favorieten online op te slaan. Zo kunen ze in het onderwijs gebruikt worden, met name in combinatie met het digibord. Maar leerkrachten kunnen Yurls ook gebruiken om ouders en leerlingen te informeren over het huiswerk dat de leerlingen moeten maken. Op een Yurls-pagina kun je namelijk een agenda plaatsen waarin je de data van spreekbeurten, boekgesprekingen, overhoringen en dergelijke kunt opnemen. Het is zelfs mogelijk om het huiswerk zelf toe te voegen. Je moet deze documenten dan wel online gezet hebben (bijvoorbeeld in Dropbox), zodat er vanuit Yurls een linkje naar gemaakt kan worden. 

Kant-en-klare communicatiesystemen 
Er komen de laatste tijd steeds meer online toepassingen die een kant-en-klare oplossing voor de school bieden. Enkele voorbeelden ervan zijn Dubaboard, K.I.D.S., Mijn schoolinfo en Schoudercom

Scholen  in het digitale tijdperk zijn zich ervan bewust dat ze gebruik moeten maken van meerdere middelen om de boodschap goed over te brengen. Het is belangrijk daarbij ook de doelgroep goed in ogenschouw te nemen. De populatie van ouders kan heel verschillend zijn, bijvoorbeeld in opleidingsniveau.

Voor algemene tips over ouderbetrokkenheid verwijs ik graag naar de website Ouderbetrokkenheid, die ingaat op allerlei inhoudelijke aspecten van de betrokkenheid van ouders bij de school. 



dinsdag 14 februari 2012

Welk ICT-middel heeft jouw onderwijs het meest veranderd?

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Welk ICT-middel heeft jouw onderwijs het meest veranderd?”  In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

ICT is niet meer weg te denken uit het onderwijs. En hoewel er nog heel wat slagen te maken zijn en er nog veel mogelijkheden onbenut blijven, is het ook wel eens goed om terug te kijken. Welk ICT-middel heeft bij jou echt gezorgd voor een verandering? En welke verandering dan?

Terecht werd tijdens de discussie hierover de vraag gesteld of het gaat om verandering of om verbetering. Die twee hangen uiteraard nauw met elkaar samen. De belangrijkste reden om iets op een andere manier te doen of met andere middelen is immers meestal dat je een verbetering wilt bereiken:  Je wilt je instructie verbeteren, je wilt je leerlingen actiever betrekken bij de les, je wilt de prestaties van je leerlingen verbeteren.
Soms gaat het echter niet zozeer om de verbetering van het resultaat, maar meer om andere zaken: Je wilt efficiënter werken, je wilt zorgen voor afwisseling of voor een besparing. Ook dan zul je echter geen genoegen nemen met achteruitgang van kwaliteit en dus meteen ook een verbeterslag willen maken. Dit is overigens niet altijd van te voren in te schatten en blijkt na een experimentele fase, dat het beter is om te stoppen met het gebruiken van een bepaald middel of een bepaalde tool.

Op de vraag welk middel nu echt tot een verandering heeft geleid bij iemand, kwamen diverse reacties:
  • De implementatie van Google Apps Education bij alle 12 scholen. Dit zorgde voor eenduidigheid in mailadressen, gezamenlijke agenda’s, delen van documenten. Het verplicht moeten gebruiken zorgde voor verbetering van de ICT-vaardigheden bij leerkrachten.
  • Het digitale schoolbord i.c.m. met het internet. Dit gaf tal van mogelijkheden om veel meer visuele ondersteuning te bieden. Voorbeeld: Satellietbeelden kijken op de vrijdag dat het ging sneeuwen, wanneer is de sneeuw bij ons?
  • De computer(s) en de educatieve software. Hiermee kwamen er veel meer mogelijkheden om variatie te brengen in het oefenen en verwerken van lesstof en meer adaptief te werken.
  • De Smartphone. Door het gebruik van verschillende apps  kunnen studenten veel directer antwoord krijgen op vragen en kun je als docent snel invoed uitoefenen op het leerproces, waardoor contacturen effectiever ingevuld kunnen worden. Het leidt ook tot meer betrokkenheid bij de studenten. Voorbeelden: Edmodo, Facebook, Twitter, LinkedIn,  WordPress, mail, Whatsapp
  • De iPod Touch. Een all-in-one apparaat dat creativiteit stimuleert. Het is een fototoestel, videocamera en dictafoon in één. Voorbeeld: Leerlingen straatinterviews laten maken in Londen. Daarna een montage ermee laten maken (podcast). Ook gebruikt om geluid te meten, stopmotions, instructiefilmpjes…
Tot slot nog een paar belangrijke opmerkingen tijdens de discussie:
  • Allesbepalend is: de verandering in denken! Hoe kan ik ICT-middelen gebruiken om mijn leerdoelen te bereiken, actueel, motiverend en effectief?
  • Er is niet één ICT-middel, die 't meest veranderde. Het is de mentale stap naar ICT-integratie an sich die telt!
  • Belangrijke vereiste is dat je als leerkracht weet wat je waar kunt vinden, anders helpt het je geen stap vooruit.
  • De leerling en zijn creativiteit staan centraal, niet de leerkracht en zijn verhaal.
Was je niet in de gelegenheid om mee te doen met de discussie, maar heb je wel een standpunt hier over? Reageer dan op dit blog of via de LinkedIn-groep De toekomst voor onderwijs en ICT.

Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven. Op discussiedinsdag.yurls.net vind je alle tijdens de discussie genoemde linkjes en ook die van alle voorgaande discussies.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @kovacevitch , @GuusBouwhuis71 , @Sjaboepaan , @ictvliedberg , @Tonmeijer1, @Riaanlous , @henkvangils , @zeizevann8ook , @meestervheerde , @devlies , @petervdbroeck , @europeaantje , @brambruggeman

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen 12.00 uur en 13.00 uur op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

dinsdag 7 februari 2012

Safer Internet Day – Wat is jouw bijdrage aan een veilig internet?

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Safer Internet Day – Wat is jouw bijdrage aan een veilig internet?”  In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

“De Safer Internet Day is een jaarlijks terugkerende dag (iedere tweede dinsdag van februari) waarop in meer dan 70 landen in de wereld aandacht wordt gevraagd voor veilig internetgebruik door jongeren.” Zo lezen we op de website.  “Tijdens de Safer Internet Day 2012 staat het thema ‘connecting generations’ centraal waarbij internetgebruikers, jong en oud, aangemoedigd worden van elkaar te leren en zo samen veilig de digitale wereld te ontdekken: Discover the digital world together…safely!”

Hoe kun je daar individueel en/of als school concreet een bijdrage aan leveren? Zeker als school heb je diverse gelegenheden om generaties met elkaar in contact te brengen en kennis en ervaringen te delen. Tussen leerkrachten en leerlingen, met ouders, met opa’s en oma’s. Leren ván elkaar en mét elkaar. Tijdens de discussie werd aangegeven, dat leerlingen ook heel goed van elkaar kunnen leren. Maar dan moeten ze die gelegenheid wel krijgen!

Je kunt als school of als ouders de neiging hebben allerlei regels op te stellen, filters in te stellen, zaken af te schermen of te verbieden. Daarmee kun je, tot op zekere hoogte, een veilige omgeving creëren. De andere kant is echter, dat het een kunstmatige situatie is. Je schermt een gedeelte van de werkelijkheid af. Leerlingen komen zo met bepaalde zaken niet in aanraking en leren er dus ook niet mee om gaan. Door leerlingen zelf tegen zaken aan te laten lopen, leren ze zelf ook zoeken naar oplossingen. Daarbij kunnen leerlingen elkaar heel goed ondersteunen en tips geven.

Uiteraard vraagt dat wel om een klimaat waarin alles bepreekbaar is en leerlingen elkaar op een positieve manier behulpzaam kunnen zijn. Ook zul je als leerkracht e.e.a. goed in de gaten moeten houden. Immers ook leerlingen die goed in de materie thuis zijn en weten wat ze doen, zien wel eens wat over het hoofd en weten ook niet altijd alles. Dan zul je als leerkracht dus de nodige begeleiding moeten geven. Zeker waar het leerlingen betreft die te overmoedig zijn, dan wel leerlingen die heel naïef en goedgelovig zijn of weinig weerbaar. En dat vraagt dus van de leerkracht kennis van zaken. Zowel van de materie als van de leerlingen.

Het gevaar van gebrek aan mediawijsheid bij de leerkracht is, dat leerlingen niet de begeleiding krijgen die ze nodig hebben en alles maar kunnen doen. Een ander gevaar is, dat alles aan banden wordt gelegd om ‘de leerling te beschermen’, en je er dus al school verder geen aandacht aan hoeft te besteden.

Uiteraard is het niet altijd zo zwart-wit. Waar het om gaat is: Wat willen we onze leerlingen leren als het gaat om mediawijsheid? Hoe willen wij hen voorbereiden op de maatschappij en hen leren zich daarin staande te houden? Brengen we ze alleen ‘kennis over’ bij of laten we ze ook leerervaringen opdoen? Elke school heeft daarin zijn eigen keuzes te maken, liefst mét betrokkenheid van ouders, die vaak net zo zoekende zijn.

Een concreet voorbeeld: Eén foto op het internet kan voor een leerling al heel wat schade berokkenen, zoals een foto van zichzelf in zwemkleding. Voor de ene opvoeder reden om kinderen te verbieden foto’s op het internet te zetten. Voor de ander reden om het te laten gebeuren en vervolgens bespreekbaar te maken.

Uiteindelijk zal een leerling zelf zijn keuzes daar in moeten maken. Dat is een groeiproces. Maar wel een noodzakelijk proces. Het internet speelt immers een toenemende rol in de samenleving. Veilig leren omgaan met internet kan daarom niet vroeg genoeg beginnen! Regelmatig aandacht hiervoor heeft zijn effect bewezen!

Was je niet in de gelegenheid om mee te doen met de discussie, maar heb je wel een standpunt hier over? Reageer dan op dit blog of via de LinkedIn-groep De toekomst voor onderwijs en ICT.

Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven. Op discussiedinsdag.yurls.net vind je alle tijdens de discussie genoemde linkjes en ook die van alle voorgaande discussies.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @GuusBouwhuis71 , @Sjaboepaan , @pietvsz , @ictvliedberg

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen 12.00 uur en 13.00 uur op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!